|
Post by \\ Jess' on Jul 9, 2007 20:17:16 GMT 2
Hij liep met een volle zakken, De 3 Bezemstelen in. HIj was net naar Zacharius geweest, want ja, hij hield erg van snoepen. Manuel ging aan een leeg tafeltje zitten, toen Rosmerta naar hem toe kwam. ''Doe maar een Boterbier, bedankt'' Hij knikte naar haar terwijl hij naar buiten keek en glimlachte. Zijn dag kon niet meer stuk, of wel. hij wist het niet, want hij kon het niet voorspellen.
|
|
|
Post by Merel on Jul 9, 2007 21:05:50 GMT 2
Mariël en Tristan zaten een tafel naast Manuel. Ze waren weer eens met z'n 2en naar Zweinsveld gegaan, wat al lang geleden was geweest. Toen Mariël Manuel's stem hoorde Draaide ze zich om. "Heey Manuel! Dat is lang geleden!" Zei ze vrolijk.
|
|
|
Post by \\ Jess' on Jul 9, 2007 21:07:42 GMT 2
Hij keek om toen hij een bekende stem hoorde en glimlachte. ''Heey'' Zei hij rustig en keek van de onbekende naar Mariël. Hij knikte naar hun en keek toen weer naar buiten. Niet even later kreeg hij zijn boterbier. ''Bedankt'' Zei hij tegen Rosmerta en dronk van zijn Boterbier.
|
|
|
Post by greenlightning on Jul 9, 2007 21:18:44 GMT 2
Verveelt? Welnee. Waarom was ze dan hier met hem? Draconic duwde de deur open en Terry liep naar binnen. Even keek ze rond. Toen zag ze Mariël. Ze stak haar hand op en rende naar haar toe. Draconic wierp haar even een geergerde blik toe, maar volgde toen haar voorbeeld, zij het duidelijk met tegenzin. 'Mariël, hoe gaat het?' Vroeg Terry, veel vrolijker dan ze zich voelde.
|
|
|
Post by Merel on Jul 9, 2007 21:43:48 GMT 2
Mariël keek op en grijnsde. "Heey Terry! Gezellig dat je er ook bent!" Zei ze. "Kom zitten als je wilt!" Zei ze en schoof een stoel naar achteren. Tristan wou net boterbier bestellen. "Jullie ook?" Vroeg hij aan Draconic en Terry..
{rach laten komen? Of het hem lekker zelf uit laten zoeken? xD }
|
|
|
Post by \\ Jess' on Jul 10, 2007 11:55:30 GMT 2
Hij keek naar buiten, hij wou het warme lijf van Shirie tegen hem andrukken, maar hij wist dat dat niet kon. Hij kon niet altijd bij haar zijn, niet nu, niet morgen, en niet overmorgen. Hij kon en wou alleen maar naar haar toe als hij haar nodig had. Hij had haar elke dag nodig, maar niet zo erg dat hij zou smelten. Hij keek dromerig uit het raam terwijl hij zuchte enzijn ogen voor een tijdje sloot.
|
|