Manuel

[melien]

Na de lunch liep Sara naar de uilenvleugel met een briefje in haar handen. Ze las het briefje nog een keer.

Manuel
Waarom reageerde je zo boos? Ik bedoelde er niets mee hoor. Ik wilde je alleen een beetje opvrolijken aangezien je zo sip keek.
groetjes, Sara

Daarna bond ze het briefje aan Spotje's poot. Deze vloog meteen weg.

[\\ Jess']

Hij hoo rde iets vliegen en zag dat het een uil was. Hij stak zijn arm uit terwijl hij het briefje vanz ijnppot afhaalde en de uil aaide. Hij sloeg het briefje met zijn vingers open en las het. Dit had hij neit ehct verwacht. Hij keek naar de uil. ''Kun je heel even wachten, moet even wat schrijven'' De uil vloog op en ging in een boom zitten. Manuel begont e schrijven.

Ik werd niet boos, maar je moet begrijpen dat ik ook zo mijn dagen heb.
En je kan me niet veranderen in iets wat ik niet ben of wil zijn.
Je moet begrijpen dat ik ook met dingen zit die andere niet mogen weten.

Dus ik weet niet of je het begrijpt. Maar ik wil je even niet meer zien.

Groetjes, Manuel

Hij bedoelde er niks heel ergs mee, maar het leek zo bot over te komen. Hij bond het vast aan de uil die weer terug was komen vliegen op zijn arm. Deze mag terug naar Sara'' Zei hijz acht en gooide hem weg.

[melien]

Sara stond op de trap van de uilenvleugel toen Spotje weer aan kwam vliegen. Dat was snel. Ze haalde het briefje van de poot toen Spotje op haar arm was geland. Ze vouwde het blaadje open en begon te lezen.
Daarna ging ze op 1 van de trap treden zitten en begon een antwoord te schrijven.

Ik wilde je niet veranderen. Maar je reageerde niet. Alleen in het Spaans en dat snap ik niet. Ik spreek namelijk geen Spaans. Had gezegd dat je het niet wilde vertellen. En dan bedoel ik op een gewone manier, met woorden.

Ik begrijp het wel hoor. En het spijt me echt.

Sara

Ze maakte het briefje vast aan de poot van Spotje, haar dwerguil, en stuurde deze weer terug naar Manuel.

[\\ Jess']

Hij liep nu over het terrein en zag in de verte dezelfde uit terug komen. Hij hield de uil vast en opende het briefje. hij zuchtte, als hij wat had gezegt, was ze doorgegaan.

Hij besloot niks terug te sturen. aangezien hij dan boos werd, dat wist hij gewoon. En dat wou hij niemand aandoein