|
Post by admin. on Jun 5, 2008 18:07:49 GMT 2
[/b] zei Zwamdrift dromerig. Kay knipperde even verbaasd met zijn ogen - hij had de vrouw nooit eerder gezien, doordat hij de eerste les dit jaar gemist had. Toch leek hij zich vlug te herstellen en liep hij verder, richting een tafeltje waar nog plek was. De eerstejaars die er zaten kende hij niet, maar hij was niet spontaan genoeg om zelf een gesprek te beginnen. 'Hebben jullie allemaal je boeken gekocht? Mooi zo. Dan kunnen we beginnen. Zoals elk jaar wil ik beginnen met het lezen van theebladeren, want dat is 't makkelijkst. Als jullie allemaal een blauw kopje willen pakken? De blauwe, ja, want de roze mogen niet kapot.' Kay verbaasde zich over de dromerige stem van Zwamdrift, aangezien dit de eerste keer was dat hij haar hoorde spreken. Stilletjes had hij ontzag voor haar, hoewel alle verhalen over haar negatief waren. Ze vrouw fascineerde hem, en haar gave - die ze, volgens Kay, echt bezat - was bijzonder voor hem. Hoeveel mensen ook zouden beweren dat het pure onzin was; Kay was nou eenmaal enorm goedgelovig en naiëf. Je zou hem nog wijs kunnen maken dat zijn buurhond een alien was. Zoals meerdere leerlingen stond hij zwijgzaam op en liep richting de kast, die vol stond met verschillende kopjes. Direct viel zijn blik op een babyblauw kopje met witte figuren en strepen, die vrij bovenaan stond. Op de een of andere manier raakte hij in een soort trance terwijl hij er naar keek, en Zwamdrift leek het te merken. 'Is 't mooi, jongen?' Kay hoorde haar niet. [/ul][/font]
|
|