Post by LAURA ?! on Jul 13, 2008 22:57:09 GMT 2
De ochtenddouw was nog overduidelijk op het gras te zien en de mist van bovenaf hing nog steeds op schouderhoogte van de mens. De temperatuur was nog altijd laag en rijkte waarschijnlijk nog niet eens boven de zeven graden. Uit dit alles bleek het duidelijk dat het nog heel vroeg was en dat er hoogst waarschijnlijk geen leerling nog zo gek was om uit het warme bed te kruipen en de kou in te gaan.
Nouja, misschien op één leerling na. Ruben Cartman was de gelukkige die vroeg wakker werd en niet meer in slaap kon komen. En daarom baalde hij natuurlijk wel, dat was dan misschien ook wel de reden dat hij chagarijnig was. Ach, als hij toch niet meer in slaap kon komen was het misschien maar beter om maar meteen aan te kleden en even naar buiten te gaan om een frisse neus te halen.
Ruben zat nog steeds op zijn bed, rechtop, met zijn hoofd in zijn handen verborgen en nog niet echt goed beseffend dat hij al wakker was. Hij wreef even de slaap uit zijn ogen en keek rond, het wazige beeld voor zijn ogen namen langzamerhand een vastere vorm aan en ondertussen gaapte Ruben breed. Hij vond het verschrikkelijk als hij niet meer in slaap kon komen als hij eens vroeg wakker lag. Hij gromde wat onverstaanbaars en liet zich met de kracht die hij nog in zich had van het bed af rollen waardoor hij met een harde plof op de grond terecht kwam. Even kreunde hij, maar herstelde zich al snel weer. Hij griste zijn deken bij elkaar in één prop die hij vervolgens weer op zijn bed neer gooide. Hij staarde er even doelloos naar en had de neigingen om om te vallen, wat hij nog maar nét wist te voorkomen.
Hij slenterde naar zijn hutkoffer die aan het voeteneinde van zijn bed dwaalde. Met veel moeite wist hij de sloten open te krijgen en er een beetje fatsoenlijke warme kleren uit haalde. Hij zou zich later die dag wel douchen, daar had hij nu geen behoefte aan, eerst maar eens een frisse neus halen! Toen Ruben een donker gekleurde broek en een warme donkerblauwe trui had gevonden ploftte hij weer op zijn bed neer. (hij deed zijn gewaad niet aan, het was zaterdag en dus geen schooldag) Hij trok snel zijn broek en trui aan wat lekker warm aanvoelde. Snel kroop hij over zijn bed heen naar het voeteneinde van zijn bed en haalde uit zijn hutkoffer een schoon paar sokken, trok deze aan en knoopte over zijn sokken zijn zwarte schoenen vast.
Ruben stond op en kneep meteen zijn ogen dicht omdat hij last had van een duizeling, wist nog net op de tast naar de muur te grijpen om zo te voorkomen dat hij om zou vallen. Hij schudde even met zijn hoofd en liep richting de deur van de slaapzaal. Hij keek even naar zijn mede kamer-genoten, gelukkig, hij had ze niet wakker gemaakt. Hij forceerde even een glimlach op zijn gezicht terwijl hij de deur naar de gangen opende, erdoorheen stapte en de deur weer voorzichtig achter zich sloot.
Toen hij eenmaal op de gang stond sprong hij even op en neer, trachtend dat hij zo snel zijn spieren wat losser zou kunnen maken. Ruben wist wel dat hij zich wel wat meer moest in spannen wou hij echt warm worden. Hij liep in een rustige looppas naar de eerste trappen die hij tegemoed kwam. Hij greep naar de leuning en begon naar beneden te lopen, toen hij eenmaal beneden was liep hij richting de deur die naar buiten leidde. Zo passeerde hij vele bekende kamers en zalen, de grote zaal, de ziekenzaal enzovoort enzovoort.
Dan eindelijk was Ruben aangekomen bij de grote deuren die naar buiten zouden leiden. Hij pakte met zijn hand de deurklink die ijskoud aanvoelde, hij klapperde even met zijn tanden toen hij de deur opentrok want de kou leek hem al meteen letterlijk te omhelzen. Ruben stapte voorzichtig naar buiten en sloot de deur weer achter zich dicht. In de kou en mist kon Ruben pas écht wakker worden. Zoiets had hij eigenlijk elke dag nodig, dan was hij tenminste écht wakker.
Hij passeerde een aantal bomen waar net een aantal verdwaalde vogels uit wegvlogen. Ruben liet zijn blik even over het uitzicht glijden en snoof ondertussen de frisse en heerlijke buitenlucht en geur op. Hij was nog steeds moe, dat wel. En dat was ook wel te merken aan zijn bleke huidskleur, wallen onder zijn ogen en zijn om-de-zoveel-seconden gaap-kunsten.
Uiteindelijk toen Ruben een klein beetje wakker was geworden zakte hij neer tegen een boom naast het meer, op de grond. Het deerde hem niet dat zijn broek en trui misschien nat zouden worden, dat zou immers wel weer drogen, nietwaar? Ruben haalde even snel twee handen door zijn nog altijd warrige en uit-model zijnde haren. Een diepe zucht ontschoot zijn mond terwijl hij zijn ogen sloot, zijn hoofd gedeeltelijk achterover kantelde en zo een tijdje bleef zitten. Hij vond het héérlijk, áls hij eenmaal buiten was was hij moeilijk weer naar binnen te krijgen.
[/ul][/size]