|
Post by melien on Jul 23, 2008 19:09:47 GMT 2
Perkamentus besteedde er voor de rest geen aandacht aan. Hij had nu even andere dingen aan zijn hoofd dan de wraakzucht van Cameron. De jongen was echter compleet verbaasd door Cameron's uitbarsting. "Niemand is zo, en daarbij heb ik iets heel anders gehoord. En je mag verder dr..." Hij had zijn tanden stijf op elkaar gebeten tijdens de aanval van zowel Cameron als het katje. Pas daarna had hij in woede weer wat gezegd, door de spreuk die hem echter raakte kon hij geen geluid meer maken en zijn zin niet af maken. Hij vond het alles behalve amusant dat hij niets meer kon zeggen. Nog minder leuk vond hij dat de wondjes die hij van Snake had gekregen nog echt pijn deden ook. Terwijl hij overeind krabbelde zocht hij naar zijn toverstaf. Dat hij lichamelijk aan het kortere eind trok was hem inmiddels al wel duidelijk geworden. Opgeven deed hij echter niet, want inmiddels wilde hij wraak voor de klappen die hij had gekregen van Cameron. Pas toen Cameron's woorden tot haar doordrongen keek ze weer naar hem. Het verbaasde haar dat de woorden zorgden voor vlinders in plaats van de angst die ze inmiddels maar al te goed kende. Toen de - op de grond liggende - jongen weer zijn mond open deed en wat zei was ze het zat. Haar hand ging alsnog naar haar toverstok. "Snaternix." Ze fluisterde de woorden bijna terwijl ze haar toverstok op hem gericht had. Maar de spreuk deed zijn werk. Het irriterende stemgeluid was eindelijk verdwenen. Langzaam liet ze haar hand weer zakken en deed ze haar toverstok weer in haar kontzak. Opnieuw liep ze naar Cameron toe, dit maal zonder te stoppen. Ze sloeg haar armen om hem heen om hem te knuffelen, maar liet hem uiteindelijk toch niet los. "Dankje." zei ze zachtjes. Ze scheen weer min of meer zichzelf te zijn, en langzaam liet ze Cameron toch wel gedeeltelijk los. Al was het maar om ook Draconic een dankbare blik te schenken. (sorry voor de wel heel erg korte post )
|
|
|
Post by greenlightning on Jul 23, 2008 19:48:18 GMT 2
Draconic glimalchte naar Rose, oprecht, al was de glimalch zwak en draaide zich vervolgens opnieuw om naar de jongen. 'Ik geloof dat ik wel een leuekre spreuk weet om op hem te gebruiken,' zei deze, hoewel hij zichzelf had voorgenomen om nooit meer een onvergevelijke vloek te gebruiken. Hij trok zijn toverstok en richtte die op de jongen. 'Ik hoop dat je genoten hebt van al je tijd hier. Ik denk namelijk dat je spijt gaat krijgen, als je dat nog niet hebt. Je zult inzien waarom de meesten leiver geen ruzie zoeken emt Zwadjes.'
In de tijd dat draconic sprak had Cameron zijn toverstok opgeraapt en hem schoongeveegd. Hij legde een hand op de schoduer van Draconic, ditmaal om hem tegen te houden. 'Laat mij maar. Ik vrees dat ik liever niet wil dat jij hiervoor in de gevangenis komt. Ik geloof dat ik leiver het goud dat ik gespaard heb kwijt raak. Luister naar mijn woorden, zodat je ze ooit nog kan herhalen, al ben je een te wqaardeloos gedrocht van een tovernaar om de spreuk te kopieren.' Hij glimlachte en wees zijn toverstok op de jongen. 'Aruptum Kalas!' Het uitspreken van de woorden veroordeelde hem. Niet alleen vanwege de bekentenis van het gebruiken van de spreuk, maar ook omdat eht zeker aan te tonen zou zijn dat ook de andere twee jongens erdoor waren geraakt. Hij raakte de jongen vol in de borst, wat eht eigenlijk alleen maar gevaarlijker maakte. Tenslotte was het hasrt een spier en op deze manier zou zelfs dood kunnen volgen.
Op dat moment draaide Cameron zich om, neit meer denkend aan de jongen of wat de gevolgen konden zijn. Hij had haar armen genegeerd, net zoals haar bedankje. Nu was het tijd om dat goed te maken. Hij sloeg zijn armen om haar heen en trok haar tegen zich aan. 'Het spijt me,' zei hij zacht, met tranen brandend in zijn ogen. Hij sloot ze, in de hoop het te verbergen. Niemand mocht zijn gevoelens zien, laat staan deze. Hij was zo bang om haar kwijt te raken.. nu ze zag wat hij kon doen. Nu ze zag hoe slecht hij kon zijn. Al was dit niet helemaal waar. Cameron geloofde niet in geweld. Dit was de eerste woede uitbrasting ooit. 'Ben je in orde?' Ditmaal moest hij eht vragen, hoewel eht eerder zinloos had geleken. Om er achteraan te zeggen: 'Ik hoop.. dat je me nu neit als een monster ziet. En.. het spijt me, van dat.. bezet zijn ding. Ik weet dat we eigenlijk geen officieel stelletje zijn. Het... floepte eruit.' Opnieuw eits wat hem nooit eerder was overkomen. Sinds wanneer flapte hij er iets uit? Hij mocht deze situatie nooit meer laten voorkomen...
Draconic zei niks. Hij stond over de jongen gebogen en keek toe. Als het erop leek dat de jongen ging sterven, dan zou hij hem genezen, of desnoods over de rand gooien, zodat hij zou verdwijnen in de afgrond. Geen bewijzen. De jongen verdiende de dood, maar Cameron mocht absoluut niet in de gevangenis terecht komen. Nooit. Daarvoor was hij hem te dierbaar. Daarbij, was het zo slecht wat Cameron ahd gedaan? Behalve het bijna vermoorden van een jongen... deed hij eht toch voor eht goede doel? Wat verward volgden zijn ogen eht katje dat op de borst van de jongen ging liggen en op en neer bewoog onder diens ademhaling. Hij mauwde geruststellend. De longen waren beschadigd, maar het hart was neit geraakt. Opgelucht keek Draconic toe hoe Cameron blijkbaar op zijn manier zijn leifde uitte en schudde ongelovig zijn hoofd. Sinds wanneer werd Cameron verleifd? Waarom wist hij heir niks van...
|
|
|
Post by melien on Jul 23, 2008 21:56:00 GMT 2
De jongen zelf kon haar in het minste of geringste niet boeien, maar ze had een vaag vermoeden welke spreuk Draconic wilde gebruiken. En dat wilde ze niet. Niet zo zeer omdat de jongen het niet verdiende, maar Draconic verdiende het niet om in de problemen te raken. Voordat ze hem echter kon tegen houden deed Cameron dit al. De toverstok in zijn hand had ze al opgemerkt, ookal had hij haar eerst genegeerd. Waar hij toe in staat was wist ze niet. Aan de ene kant verontrustte het haar, maar aan de andere kant.. Ze kon niet weten hoe vaak hij zo was. De vraag was alleen in hoeverre het haar uitmaakte. Ze sloeg haar ogen neer om niet naar de jongen te kijken die klaarblijkelijk toch eindelijk bang was. De spreuk die Cameron gebruikte kende ze niet, maar ze betwijfelde of ze hem wel wilde kennen.
Op het moment dat Cameron zijn armen om haar heen sloeg wist ze dat het allemaal niets uit maakte. Toen hij haar tegen zich aantrok sloeg ook zij haar armen opnieuw om hem heen. Er was een heleboel dat in haar op kwam om te zeggen, maar niets scheen te passen. Uiteindelijk waren het maar woorden die ze gewoon weg gooide in plaats van ze uit te spreken. Ze zat zonder woorden, wat maar heel erg zelden gebeurde. De aangename verwarring waar Cameron altijd voor zorgde was er weer, en dat stelde haar gerust.
"Ja, dankzij jou wel." antwoordde ze zachtjes op zijn vraag. Het was de pure waarheid, en dat niet alleen omdat hij zojuist echt precies op tijd was gekomen. Ze sloot opnieuw haar ogen, maar deze keer niet uit angst. Instinctief wist ze dat hij bang was. Bang dat ze hem weer zou wegduwen, maar daar was ze te vastbesloten voor. Hem laten gaan was wel het laatste wat ze zou doen. De woorden afkomstig van hem gingen min of meer langs haar heen. Ze drongen echter wel tot haar door, ookal was het later dan dat hij ze had uit gesproken. Haar ogen openden zich weer toen zijn woorden toch wel dat bevestigden wat zij instinctief al wist.
Eindelijk had ze de woorden gevonden die voor haar gevoel pas echt pasten. Het enige probleem was dat het de woorden waren die ze al jaren lang had vermeid. Even beet ze op haar lip, maar uiteindelijk sprak ze ze toch uit. "Ik hou van je." fluisterde ze, zonder op dat in te gaan wat hij zojuist had gezegd. Het maakte allemaal toch niet uit. Even was ze bang voor zijn reactie, maar tegelijkertijd wist ze ook dat het compleet zonder geldige reden was.
|
|