|
Post by melien on Aug 4, 2008 19:23:53 GMT 2
Ergens tussen middernacht en het ochtend gloren. Eigenlijk hoorde iedereen te slapen, maar Rose was klaar wakker. Ze was weer eens wakker geworden van een droom - een fijne herhaling van een bepaalde gebeurtenis die ze het liefste wilde vergeten - en wilde juist weer gaan slapen toen er een uil tegen haar aan vloog. Er was maar één uil die dat deed, de familie uil. De brief die de uil bij zich had was wel degelijk een ontzettende verrassing. Meteen had ze aan Dobbie gevraagd of deze Benjamin uit bed wilde plukken. Die hoorde het als eerste te weten. Nu liep ze onrustig heen en weer over een van de zoveel bruggen. Haar trui hield haar warm, aangezien het best wel fris was. Ze was sprakeloos. De inhoud van de brief had haar maar al te erg verrast. Dat was wel het laatste wat ze had verwacht. Schijnbaar had ze ontzettend veel geld, inclusief het oude huis van haar grootouders geërfd toen haar oma stierf, een paar jaar na haar geboorte.
Benjamin lag vredig te slapen toen Dobbie met een knal in de slaapzal terecht kwam. De huiself liep eerst naar Camerom toe. Niet wetend dat hij het bed ernaast moest hebben. Bijna had hij Cameron wakker gemaakt, maar net op tijd zag hij dat het Cameron was, en niet Benjamin. "Stomme Dobbie. Dat is het verkeerde bed." mompelde hij tegen zichzelf. Toen hij zich omdraaide naar Benjamin's bed liep hij echter tegen het nachtkastje aan. "Auuuuu." bracht hij gesmoord uit. Hij wilde niet de hele zaal wakker maken, maar het deed nou eenmaal pijn. Dobbie overbrugde de afstand naar het andere bed en begon toen Benjamin door elkaar te schudden. "Wakker worden." zei hij ondertussen zachtjes. Benjamin schrok overeind en wreef in zijn ogen. Wat was er nu weer aan de hand? Hij keek verbaasd naar Dobbie die warme kleding in zijn handen duwde en op een bevelende toon zei: "Aantrekken en meekomen. Rose wacht." Benjamin was veel te slaperig om tegen te spreken. Hij gehoorzaamde rustig en liet zich daarna mee trekken, wat niet echt geruisloos ging.
Toen ze op dezelfde brug waren als Rose was Benjamin klaar wakker. Hij had echter opgegeven om iets aan Dobbie te vragen want meneer zei toch niets. Toen hij Rose zag versnelde hij zijn pas en liep naar haar toe. "Wat is er zo belangrijk dat het niet tot de ochtend kon wachten?" vroeg hij, even gapend. Als antwoord kreeg hij echter de brief onder zijn neus geduwd. Eerst keek hij nog vragend naar de nog steeds verbaasde Rose, maar daarna begon hij rustig te lezen. Het was een brief van haar ouders, dat had hij binnen de kortste keren door. De inhoud verbaasde hem echter even veel als Rose. "Dus...?" vroeg hij, alleen maakte hij zijn vraag niet af.
|
|
|
Post by greenlightning on Aug 5, 2008 16:51:53 GMT 2
De herinnering aan het eerste deel van zijn droom was hij kwijt, maar de rest, voor hij wakker werd, ging over een nachtkastje dat tot leven kwam en auw riep. Zelfs in zijn droom vroeg Cameron zich af hoe een kast in vredesnaam gevoel kon hebben. Mompelend in zijn slaap, draaide hij zich om. Zijn arm viel van het bed en zijn vingers streelden de grond. Het nachtkastje maakte iemand naast hem wakker en zelfs in zijn slaap moest hij erom glimaclhen. Liever hij dan ik, dacht Cameron en besloot verder te slapen, zonder acht te slaan op het nachtkastje. 'Als je me wakker maakt, maak ik brandhout van je,' mompelde hij, maar erg meer dan "mmmwwp" was er niet te verstaan. Het gestommel ontging hem, maar de voet die op zijn vingers trapte niet. De jongen schoot omhoog, verward en gedesorienteerd. Hij gordijn hing nog om zijn bed. Met een hand schoof hij die opzij en zag nog net Benjamin de kamer uit verdwijnen.
Hij leit het gordijn weer zakken en ging met een hand door zijn warrige bruine haar. Zijn nieuwsgierigheid was geprikkeld, maar ergens leek eht alsof dat wel kon wachten. Met een geeuw liet hij zich weer op zijn bed zakken, om vervolgens weer overind te komen, toen vlijmscherpe nageltjes zich in zijn arm boorden. 'What the...' mompelde de jongen, voor hij aan de band de havik herkende. Het wezen sprak geen woorden, zelfs niet in zijn geest en blijkbaar waren er ook geen beelden beschikbaar, anders dan een huilende Reena. Gelukkig droeg de vogel een briefje. Zijn ogen gleden over het papier. Luid vloekend sprong Cameron uit bed, het chagrijnige gekreun van de andere jongens negerend, en kleedde zich razend snel aan. Hij had de komst van Hadis wel verwacht, maar niet midden in de nacht! Naast hem mompelde Draconic iets in zijn slaap en twee gele oogjes loerden vanuit eht donker naar Cameron. In gedachten liet Cameron Snake weten dat hij moest blijven. Als hij nodig was, zou hij hem wel roepen. De kat negeerde het echter en schoot nog voor Cameron de slaapzaal uit. De jongen slaakte een vermoeide zucht, het shirt over zijn hoofd trekkend.
Op de rand van een van de bruggen, verstopt in de schaduw van een grote pilaar, zat een meisje. Haar blonde haren streken over haar schouders, terwijl die schokten, op elke snik. Met opgetrokken knieen, en haar gezicht veborgen in haar armen die eromheen geslagen waren, zat Reena haar eenzaamheid uit. De pijn die ze voelde had niks te maken met Hadis. Haar verloofde had laten weten dat hij was aangekomen op Hogwarts en wilde haar zien. Dat was neit wederzijds. Het was geen verdriet om hem te zien, net zomin als eht verdriet om alles met hem te moeten doen. Het was het verdriet dat ze nu ,meer dan ooit, eraan herinnerd werd waarom het was verbroken tussen haar en Mike, dat het misschien nooit iets zou worden tussen haar en Myron. De pijn dat, hoe snel haar hart ook voor iemand zou kloppen, ze hen nooit voor zichzelf zou hebben. Ze had Draconic willen roepen, maar wist hoe gesloopt die was. Er was er maar een, die ze naast haar neef vertrouwde, en dat de meest onbetrouwbare jongen op aarde. Ze hoorde de stemmen wel, maar reageerde er niet op. Het waren neit de mensen die ze nodig had. Ze wachtte op de geruststellende stem van haar vriend, maar die liet lang op zich wachten.
De stenen ondergrond voelde koud aan zijn blote voeten, toen Cameron de brug opstapte. De eerste die hij zag, was Rose en zijn ogen zochten plotseling naar nog een sprekend nachtkastje. Het moest een droom zijn. Hoe kon zij hier zijn? Waarom was zij hier? 'Alex?' Vroeg hij wat voorzichtig. Traag liep hij op haar en de jongen, die hij plotseling als Benjamin herkende, toe. Zijn haren werden dor de wind nog verder van hun juiste plek afgeblazen. Zijn ogen zochten in het donker naar de gestalte van Reena, maar die zat verscholen.
|
|
|
Post by melien on Aug 5, 2008 18:03:12 GMT 2
Rose leunde zachtjes tegen de pilaar naast zich aan. Een lichte bries speelde met haar blonde krullen die ze in een staart had gebonden. Ergens moest het nieuws nog even inzinken. Het leek allemaal erg onwaarschijnlijk. "Blijkbaar heb ik een huis, en niet alleen dat." beantwoordde ze Benjamin's onafgemaakte vraag. Zelfs toen ze het uitsprak kon ze het amper geloven. De enige herinneringen die ze aan haar oma had - haar opa had ze nooit gekend voor zover ze wist - waren flarden van gebeurtenissen. Ze zou niet eens kunnen zeggen hoe oud ze was toen haar oma overleed. "En nee het kon niet wachten tot de ochtend. En trouwens, wacht een paar uurtjes en de zon komt op.." De eerste vraag van Benjamin was eindelijk tot haar door gedrongen. Ook haar stem had ze weer terug gevonden, wat toch wel erg prettig bleek te zijn. Van zwijgen werd ze alleen nog maar gekker. Vooral nu, vooral in deze situatie. Haar groene ogen keken naar het landschap onder de brug. Waarnemen deed ze het echter niet.
Benjamin was minstens even verbaasd als Rose, als niet verbaasder. Hij keek van de brief naar Rose en weer terug. Uiteindelijk vouwde hij de brief weer op. "Leuk toch? Ik bedoel... Ik weet eigenlijk niet wat ik bedoel.." zei hij. Voor het eerst sinds weken kon je een licht bulgaars accent horen. Het feit dat dat wat hij zei nergens op sloeg verwarde hem alleen maar meer. Ergens moest er logica te vinden zijn. Toch? Opnieuw opende hij de brief, en opnieuw las hij het stuk waar het allemaal om draaide. Met elke seconde leek hij het minder te begrijpen. Het kon aan het tijdstip liggen, maar dat kon ook niet. Uiteindelijk staarde hij een tijde voor zich uit. Tussendoor dacht hij iemand te horen huilen, maar hij dacht dat dat pure verbeelding was. Welk mens was er nou om dit tijdstip uit bed?
Eventjes sloot ze haar ogen. In stilte vroeg ze zich af waarom haar ouders het verborgen hadden gehouden, maar erg ver kwam ze niet met het antwoord.Ze schrok door Cameron's stem. In eerste instantie realiseerde ze zich niet dat het Cameron was. De laatste tijd was ze soweiso erg schrikachtig, maar ze had het tenminste wel nog onder controle hoe erg ze dat ook liet blijken. Terwijl ze zich omdraaide naar Cameron drong het ook tot haar door dat hij het was - nog voordat ze hem zag. Schrik maakte ruimte voor verbazing. Eigenlijk had ze niemand verwacht, ook Reena had ze niet opgemerkt. Maar ja, je kon nou ook weer niet zeggen dat ze er echt op lette of er iemand in de buurt was of niet. "Cameron? Wat doe jij nou hier?" vroeg ze uiteindelijk verbaasd. Verbazing en blijheid drongen om voorrang, maar verbazing won uiteindelijk toch. Daarnet had ze weliswaar even getwijfeld, maar uiteindelijk had ze er toch voor gekozen om Benjamin uit zijn bed te laten halen. Nu stond echter ook Cameron voor haar neus. Veel raarder kon het niet meer worden. Dacht ze tenminste.
In tegenstelling tot Rose schrok Benjamin niet. Hij had Cameron aan zien komen aangezien hij iets gunstiger stond. Ook de verbazing bleef weg, aangezien vermoeidheid nog steeds de overhand behield. "En wat doe jij uit bed? Heeft Dobbie jou er soms ook uitgeschopt?" vroeg hij met een flauwe grijns aan zijn vriend. Het zou nog wel eens gezellig kunnen worden. Eigenlijk is het daar veel te vroeg voor. Waarom moet het ook zo vroeg zijn?!
|
|
|
Post by greenlightning on Aug 5, 2008 23:22:39 GMT 2
'Nee, eigenlijk ging een of andere mongool op mijn hand staan,' zei hij doodkalm, terwijl zijn blik op Benjamin bleef hangen, emotiesloos als altijd, maar niet uiterst subtiel. Hij glimalchte vervolgens naar Rose. 'Wat hoor ik nou? heb ik opeens een rijke vriendin? pas maar op. Straks denkt iedereen nog dat ik met je ga om het geld.' Hij reageerde niet op haar vraag, vooral omdat het lang duurde voor hij die zich weer herrinnerde. Het was voor hem ook vroeg... Ondertussen tuurde hij de ruimte af, zoekend naar dat bekende blonde meisje, maar tot nu toe vond hij haar niet. Hij draaide zich weer naar Rose om en haalde zijn schoduers op. 'Ik kreeg een noodkreet van een heel dierbaar meisje. Ze is volledig in paniek en durfde niet naar de Zwadjes kamer terug te keren. Ik weet neit eens waarom ze uberhaupt neit daar was gebelven. waarschijnlijk omdat ze bang was dat hij daarheen zou komen.' Het was te vroeg om te bedenken dat Rose geen idee had waar hij het over had, maar Benjamin moest eht wel weten. Hij liet zijn blik over Rose gaan en voelde de bekende kriebels terug komen. Wat deed ze toch met hem?
Vanuit haar schuilplaats hoorde ze de bekende stemmen verder praten en ook de stem waar ze op had zitten wachten. Maar toen ze op wilde springen, hoorde ze het te bekende geklik van de laarzen. De laarzen die bij die jongen hoorde. Die jongen die ze verafschuwde en meer vreesde dan wat dan ook. Als bevroren zat ze op de rand en staarde naar de andere ingang, waar langzaam mar zeker het silluet van een jongeman verscheen. Zijn haren waren zwart en lang, zijn mantel duur en dik. De ogen van de slangenkop aan de top van zijn stok leken haar aan te staren. Ze rilde en voelde haar maag zich omdraaien. Laneg tijd bewoog hij zich niet, zijn blik glijdend over de omgeving. Ze bleven hangen op het meisje dat zich zo wanhopig onzichtbaar had proberen te maken. Een gemene grijns groeide op zijn gezicht en hij liet zijn hoofd arrogant wat opzij vallen. 'Mijn liefste,' begon hij,' hoe komt het toch dat ik je altijd in een uithoek moet aantreffen? Het is bijna alsof je me probeert te ontlopen.' Ploteseling keerde het gevoel in haar lichaam terug en sprong ze van de reling af, op de stenen. 'Volgens mij moet ik beter mijn best doen, want je vindt me toch telkens weer,' snoof ze. Ze wenste dat haar lichaam niet zo trilde. Of liever gezegd, dat het niet zo zichtbaar was. Bewegingloos stond ze toe dat hij dichterbij kwam. De controle over haar lichaam volledig verdwenen, terwijl de laarzen luid klakkend over de stenen bewogen.
Cameron ahd Hadis direct in de gaten. Hij voelde een haat opborrelen, bijna als voor die jongens die Rose ahdden aangevallen. Hij stapte wat naar voren, zijn blik zoekend naar zijn vriendinnetje. Hij merkte haar pas op toen ze tevoorschijn sprong. Hij voelde bijna haar angst. Een zachte grom klonk vanuit zijn keel. Zijn hand lag al op zijn broekzak, waar zijn toverstok in had moeten zitten, toen hij opmerkte dat die ontbrak. Een lichte vlaag van angst. Hij was nog nooit zonder toverstok geweest. 'Reen!' Riep hij, al was het maar om zijn aanwezigheid duidelijk te maken. Het meisje wilde omkijken, maar werd afgeleid door een zwart emt witte verschijning die achter hadis langsschoot, hem voorbij ging en zich voor Reena manouvreerde. Opnieuw, met dikke staart, hoge rug en blazend, stond Snake tussen een meisje en haar aanvaller. Ditmaal Reena.
|
|
|
Post by melien on Aug 5, 2008 23:48:45 GMT 2
"Sorry, ik had geen tijd om wakker te worden. Ik werd meegsleurd door een klein wezentje." zei Benjamin rustig. "En wat dat rijk aangaat. Wacht even.. Vriendin?!" Blijkbaar had hij iets gemist, en het duurde even voordat het tot hem doordrong dat Cameron Rose zojuist zijn vriendin had genoemd. Hij gaf de brief terug aan Rose en stopte zijn hand in zijn broekzak. Daar voelde hij het vertrouwde gladde hout. Een glimlach verscheen op zijn gezicht - midden in zijn verbazing - blijkbaar had Dobbie de goede broek te pakken gehad. De uitleg van Cameron was voor Benjamin duidelijk genoeg. Hij wist precies wie Cameron bedoelde en waarom. Het was voor hem nog steeds een raadsel hoe iemand Reena niet kon mogen, en vooral: hoe iemand haar kon uithuwelijken. Daar was ze veel te lief voor. Hij had nog steeds niet door dat Reena er was. Pas toen hij Hadis' laarzen hoorde tikken gingen zijn nekharen overeind staan. Hij kon die jongen niet uit staan. Niet omdat hij zo tegen Reena deed - ja oke, ook daarom - maar voornamelijk om zijn gedrag in het algemeen.
"Schijnbaar niet zo plotseling. Blijkbaar heb ik dat al... zolang ik me kan herinneren." zei Rose rustig. Langzaam begon het in te zinken. En toch was het nog steeds een raar idee. Een huis, een lading geld. Ze was nog geen eens meerderjarig in de dreuzelwereld. De woorden van Cameron maakten ahar niet bang, nee, in tegendeel zelfs. Ze gaven haar weer die kriebels. Op het moment dat de reactie van Benjamin tot haar doordrong schoot het haar ook weer te binnen dat Benjamin nog lang niet wist wat er allemaal was gebeurt de laatste tijd. "Oja, dat had ik je allemaal nog niet verteld.." zei ze zachtjes. Rose keek alleen maar vragend van de een naar de ander. Waar hadden ze het over? Het hele verhaal rondom Reena kende ze niet, maar ja, ze was ook geen zwadderaar.
De voetstappen van Hadis bereikten op een gegeven moment haar oren. Rose keek opnieuw naar wie het was, en alleen al bij het zien van de gestalte kreeg ze kippenvel. De grijns en de stem die ze kort daarop zag en hoorde liet haar achteruit wijken. Hij was nog geen eens echt bij haar in de buurt, laat staan dat hij haar kende, en ze had al de neiging om ver van hem vandaan te lopen. "Wie..?" vroeg ze zachtjes. Het geluid dat van Cameron afkomstig was herinnerde haar weer aan iets waar ze niet aan herinnerd wilde worden. Zo wist ze ook meteen zeker dat het geen onzin was dat ze het liefste bij die gozer uit de buurt bleef. Cameron mocht ze dan wel niet al te goed kennen, maar ze wist één ding zeker: hij werd niet snel aggressief. Ze legde een hand op zijn arm. "Niet doen." Een herhaling wilde ze niet. Dan zou ze nog eerder haar toverstaf trekken en iemand aanvallen die ze niet kende.
Niet alleen Cameron voelde haat opborrelen bij de verschijning van Hadis. Ook Benjamin voelde haat, alleen liet hij het niet merken. Schijnbaar rustig liep hij naar Reena toe. Hij sloeg een arm om haar heen. "Wat kom jij doen?" vroeg hij rustig, maar bot aan Hadis. Zijn rechterhand zat nog steeds in zijn broekzak, maar inmiddels hadden zijn vingers zich om het eikenhout gesloten. Ondanks het feit dat hij amper iets wist over Hadis zelf, riep hij even veel aggressie op bij Benjamin als de moordenaar van zijn broer. En om de een of andere reden riep Reena - zoals ze daar stond - bij hem de neiging tot beschermen op.
|
|