Post by admin. on Aug 7, 2008 22:13:41 GMT 2
De stem van de meest gehate leraar klonk nog vers in haar oren. Ze was er voor de zoveelste keer uitgestuurd - maar het deerde haar niet. Wat hij daarna gezegd had, net voordat ze de klas verlaten had, had haar meer gedaan. 'Ze is tóch niet belangrijk - we redden het uitstekend zonder dat wicht.' Hij wist het. Sneep wist precies waar ze vandaan kwam. Waarom kende de valse leraar haar oom en tante nou? In stilte vervloekte ze de winkel. Het zou geen zin hebben, maar het luchtte haar in ieder geval op. En dát was waar het haar om ging.
Even haalde ze diep adem, sloot haar ogen en beet op haar lip, om zichzelf te beheersen. Ze zou gewoon naar Vilder gaan, haar strafwerk uitzitten, en alles vergeten. Het kwam allemaal wel goed. In stilte schold ze Sneep nog een keer uit, om zichzelf iets beter te voelen. In ieder geval had ze deze week één les toverdranken minder.
Bij het horen van een zacht, krakend geluid draaide ze zich om, en liet haar blik door de verlaten gang heen gaan. Ik weet zéker dat ik iets hoorde. Even fronste ze. Er was niets. Ze was alleen.
Toch, toen ze zich omdraaide, hoorde ze het geluid opnieuw. Dit keer iets harder, en het ging samen met een geluid dat haar aan iets glibberigs liet denken. Een kikker, wanneer hij een vlieg ving met zijn tong. Of misschien een pasgeboren kalf. Even schudde ze haar hoofd. Ze kon het beter negeren.
Maar ze hoorde het weer. Weer iets harder; het glibberende kikkergeluid, zoals ze het benoemde, liet een rilling over haar rug gaan. De haartjes op haar armen stonden overeind.
'Wie is daar?' vroeg ze, maa haar stem brak halverwege de zin. Waarschijnlijk was het gewoon een grap van Zwadderaars - niets om bang voor te zijn. Maar iets in haar vertelde dat het dat niet was; dat het allemaal iets ergs was. Vanuit haar ooghoek probeerde ze de gang achter haar te bekijken.
Wácht eens! Het was natuurlijk mogelijk dat haar huisdier door de modder gewroed had. Het hondje hield van viezigheid - en het zou het glibberige geluid verklaren. Jade grinnikte even, zuchtte opgelucht en liet zich op een willekeurig bankje vallen.
Nu pas viel het haar op dat de vloer nat was. Een glinstering - door naar de grond te kijken, kon ze elke beweging op het plafond volgens. Een beweging op een plafond? Ze lachte zichzelf hardop uit, om haar onverschilligheid. Even stond ze op en klopte haar spijkerbroek af.
Maar midden in haar beweging stopte ze. Ze verstijfde - zonder een verdere kik te geven. Ze leek bevroren; alsof iemand een spreuk had afgevuurd. Precies op dat moment kwam het speelse hondje op haar afgerend. Onder de modder - zoals Jade in gedachten had.
Maar zijn bazin reageerde niet op hem. Ze bleef staan, in precies dezelfde houding als even daarvoor; verstijfd. Kwispelend sprong het beestje tegen haar benen op; likte haar handen; piepte toen ze niet reageerde. Het duurde even voordat het tot hem doordrong.
Een duidelijk hoorbaar, klaaglijk geblaf vulde de gang. Zijn gekwispel was voorbij, voor nu.
[/font][/ul]