Post by Lisa .. on Jan 3, 2009 0:16:53 GMT 2
Grauw was het weer. Het miezerde een klein beetje, niet opmerkbaar maar wel genoeg om binnen 5 minuten doorweekt te zijn. Het zou niet veel van het vriespunt afzitten, het was tenslotte niet voor niets winter. De hele lucht was bewolkt met grijze wolken, deprimerend voor sommige, anderen hielden ervan.
Het avondeten was net afgelopen en daarom erg druk in de gangen. Sommige bleven nog even hangen, anderen gingen op zoek naar vrienden en de rest zou waarschijnlijk naar de leerlingenkamer vertrekken om zichzelf daar te vermaken. Maar niet iedereen.
Bella was al na een kwartier avondeten vertrokken, ze had niet meer gegeten dan een paar aardappeltjes met wat komkommer, ze had gewoonweg geen trek gehad. Ze had ook nog een boek liggen op haar nachtkastje wat ze eigenlijk uit wilde lezen, maar iemand sleurde haar mee om te gaan eten. Eenmaal terug hoorde ze het zachte tikken van de regen op het raam. Ze keek opzij en bedacht zich geen seconde. Ze sprong op van het bed, haalde een dikke trui uit haar hutkoffer en zocht haar toverstok. Een spreuk sprak ze over het boek uit en stak de stok weer weg. Niet lang daarna verliet ze de leerlingenkamer, op weg naar buiten.
Met het boek tegen zich aangeklemd worstelde ze zich een weg naar buiten. Ze botste tegen een aantal mensen, die haar met een opgetrokken wenkbrauw nakeken. Verder kwam ze nog een medegriffoendor tegen die ze begroette maar verder waren er geen bekende in de gangen. Ze had zo gehoopt Ruben nog te zien vandaag, maar in de leerlingenkamer doen alsof hij niets was kon ze niet. De deur naar buiten duwde ze open, er was niemand te zien. Een kleine glimlach en ze liep verder.
Ze sloeg het boek open en begon verder te lezen waar ze begonnen was. Lopend en al had Bella niet helemaal door waar ze precies heen ging. Ze keek pas weer op nadat ze geen gras maar iets anders onder haar voeten voelde. Het zand was nat geworden en liep totaal niet lekker. Ze draaide zich om, alsof er iets achter haar was. Er was niets te zien, er hing een vage mist door de miezerregen.
Het avondeten was net afgelopen en daarom erg druk in de gangen. Sommige bleven nog even hangen, anderen gingen op zoek naar vrienden en de rest zou waarschijnlijk naar de leerlingenkamer vertrekken om zichzelf daar te vermaken. Maar niet iedereen.
Bella was al na een kwartier avondeten vertrokken, ze had niet meer gegeten dan een paar aardappeltjes met wat komkommer, ze had gewoonweg geen trek gehad. Ze had ook nog een boek liggen op haar nachtkastje wat ze eigenlijk uit wilde lezen, maar iemand sleurde haar mee om te gaan eten. Eenmaal terug hoorde ze het zachte tikken van de regen op het raam. Ze keek opzij en bedacht zich geen seconde. Ze sprong op van het bed, haalde een dikke trui uit haar hutkoffer en zocht haar toverstok. Een spreuk sprak ze over het boek uit en stak de stok weer weg. Niet lang daarna verliet ze de leerlingenkamer, op weg naar buiten.
Met het boek tegen zich aangeklemd worstelde ze zich een weg naar buiten. Ze botste tegen een aantal mensen, die haar met een opgetrokken wenkbrauw nakeken. Verder kwam ze nog een medegriffoendor tegen die ze begroette maar verder waren er geen bekende in de gangen. Ze had zo gehoopt Ruben nog te zien vandaag, maar in de leerlingenkamer doen alsof hij niets was kon ze niet. De deur naar buiten duwde ze open, er was niemand te zien. Een kleine glimlach en ze liep verder.
Ze sloeg het boek open en begon verder te lezen waar ze begonnen was. Lopend en al had Bella niet helemaal door waar ze precies heen ging. Ze keek pas weer op nadat ze geen gras maar iets anders onder haar voeten voelde. Het zand was nat geworden en liep totaal niet lekker. Ze draaide zich om, alsof er iets achter haar was. Er was niets te zien, er hing een vage mist door de miezerregen.