|
Post by Lisa .. on Jan 2, 2008 19:48:12 GMT 2
Sin zat tegen een van de muren aan en keek naar buiten door een van de ramen die aan de onderkant een beetje bevroren waren. Het was een mooi gezicht. Ondanks hij ontzettend veel van sneeuw hield had hij besloten deze middag binnen te blijven. En zijn uil weer eens op te zoeken. ’Tos!’ riep hij vanaf de plek waar hij zat. Er gebeurde niks. Hij blikte naar boven en zag de grote hoeveelheid uilen en hoorde het kabaal dat ze maakte. Hij riep zijn uil nog een keer, harder. Na 30 seconden fladderde een van de kleinere uilen naar beneden en hupte naast Sin op de grond wat rond. ’Hee maatje.’ Hij gaf de uil een snoepje en keek weer omhoog. Daar begon hij te tellen hoeveel uilen er zaten.
|
|