|
Post by robin on May 18, 2008 15:11:07 GMT 2
Litha draaide een kwartslag naar Zed, ''eh-,'' als jij veilig bent Litha schudde haar hoofd iets heen en weer en legde haar hand een enkele seconden tegen haar voorhoofd. ''zolang jij hier bent voel ik me veilig genoeg'' dacht Litha, ze beet op haar lip en keek Zed even aan. ''Natuurlijk dat begrijp ik..'' mompelde ze, ze keek even naar Mack, die blafte bij de andere gang. ''ik denk dat je gelijk heb''Zij Litha die naar Mack bleef kijken. ''Tenslotte is hij de gene die hier blindelinks is heen gerent, dan moeten we Mack maar gewoon volgen'' Ze bleef even staan, en keek Zed weer aan zonder verder nog iets te zeggen besloot ze Mack maar gewoon te volgen.
|
|
|
Post by Madjic on May 18, 2008 16:04:50 GMT 2
Zed glimlachte rustig en knikte instemmend. "Mack volgens is beter dan iene miene mutten denken ik." Hij wiepr even een blik over zijn schouder toen hij ook achter Mack aan liep. Ergens vermoede hij dat ze gevolgt zouden worden of een nieuwe poging om Litha gevangen te nemen, maar het was nu nog stil. Hij keek weer voor zich uit en zuchtte zacht. Hoe een normale dag zo vreemd en verwarrend kon worden begreep hij niet helemaal. Wat wile die mannen dan met Litha? En waarom vonden ze haar zo gevaarlijk?
|
|
|
Post by robin on May 19, 2008 12:28:25 GMT 2
Litha slofte achter Mack aan de lange gang door, geen idee waar ze uiteindelijk uit zouden komen. Dat intreseerde Litha niet veel, als ze er maar uitkwamen, want; elke seconden langer zou de situatie alleen maar erger maken. Litha stopte even en haalde diep adem, ze wreef even over haar arm heen en keek de smalle gang door, het leek wel oneindig. De grijswit gevlekte tegels waren grauw, deprimerend van kleur net als de muren, ze zouden spierwit moeten zijn maar dat waren ze al lang niet meer.
één oorverdovende kreet galmde door de gangen heen, het was duidelijk te horen maar het geluid kwam niet van dichtbij. Gelukkig dacht Litha, ze rilde ''misschien lopen we wel verkeerd?'' Vroeg een stem zacht aan Litha, Litha schudde haar hoofd ''Tuurlijk niet-,'' antwoord Litha terug, alsnog het de normaalste zaak van de wereld was even tegen je zelf praten, de stem hielt zich stil zodat Litha weer helder kon na denken.
Litha zuchte nogmaals kwamen ze bij een splitsing uit, Litha keek even naar Zed ''Dat jullie me zowieso hier in gevonden hebben, het verbaast me, deze gangen zijn echt oneindig, een dolhof'' Mompelde Litha
|
|
|
Post by Madjic on May 23, 2008 16:01:28 GMT 2
Mack keek om naar de andere kant van gang en fronste zijn wenkbrauwen. "Laten we maar opschieten, wie weet hoe lang het duurt voor het misschiuen dichterbij kwam." Hij keek weer terug naar Mack. "Vind de snelste weg, Mack." Zei hij wat op gedempte toon. Mack keek om naar de andere om te zien waar ze bleven, de kreeet had hem niet echt angst aangejaagd en hij wilde het liefst zo snel mogelijk door. Na het horen van de stem van zijn baas en de blik in zijn ogen wist hij wat hem te doen stond. Hij stak zijn neus in de lucht en spritste zijn oren. Hij hoorde wel stemmen en wist ook welke kant het op was. Zed dacht ook stemmen te horen maar hij kan de loktie niet weten of van wie de stemmen afkomstig waren. Hij glimlahte toen hij zag dat Mack weer in een richting begon te lopen. Hij pakte Lithas hand en trok haar mee. "Kom op, het kan niet ver meer zijn."
(Ze moeten er zo onderhand wel uitkomen XD)
|
|
|
Post by robin on May 30, 2008 0:34:11 GMT 2
(nee klopt, anders dwalen ze voor eeuwig rond, op naar uitgang)
Ze rende de gang door achter Mack aan, ''Niet zo snel'' mompelde Litha die mee werd getrokken door Zed. Ze bleven door rennen, al leken de gangen oneindig. Mack rende nogsteeds vooruit, gevolgd door Zed en Litha. Ze bleven rennen, gang in en uit, een grote deur door dat uitkwam in een brede hal, met links van hun een receptie, en banken en voor hun de ingang.
Een vrouw keek geschrokken op toen ze het groepje langs de recptie voorbij zag komen rennen en pakte snel de eerste beste telefoon ''Code Rood, Code Rood'' schreeuwde ze beangtigend ''Gevangenen ondsnappen'' Litha keek achterom, ze pakte Zed zijn hand steviger beet, waarna ze door rende richting de uitgang.
|
|
|
Post by Madjic on May 31, 2008 0:20:21 GMT 2
Zed keek even om naar litha en grinnikte zacht, dat kon nu hij wist dat ze er bijna uitwaren. "Kom op, goed voor onze conditie." Weer mensen zien gaf hem een gevoel van opluchting en hoop. Hij was even bang geweest dat ze straks samen gevangen genomen werden en dat ze dan niet meer terug konden. Toen hij de vrouw hoorde draaide hij zich half om en vuurde een lamstraal op haar af. Hij wilde geen risico nemen en hier zo snel mogelijk weg. "Mijn moeder vergeeft het me wel als in niet kom, vooral als ik zeg dat het hierom was." Zei hij licht hijgent en keek naar Litha. "We moeten het ziekenhuis nu uit!"
|
|